Validiteit wordt omschreven als de mate waarin het meetinstrument aan zijn doel beantwoordt (Drenth). Cronbach geeft aan validiteit de hoogste prioriteit en formuleert het nog scherper: "No matter how satisfactory it is in other respects, a test that measures the wrong thing or that is wrongly interpreted is worthless."
Er zijn vele soorten validiteit. Drenth brengt deze onder in twee groepen waartoe alle andere zijn te herleiden: predictieve validiteit en betekenisvaliditeit. Als synoniem voor betekenisvaliditeit gebruikt Drenth de term begripsvaliditeit. Cronbach bespreekt vier soorten validiteit: predictive validity, concurrent validity, content validity en construct validity. Daarnaast onderscheiden andere auteurs diverse vormen van validiteit, die meestal niet erg zinvol zijn.