Bij een schriftelijke enquête hoeft de onderzoeker noch diens assistent bij de mensen langs te gaan. In plaats daarvan stuurt hij de vragen op, de mensen geven antwoorden op de vragen op een voor hun gelegen moment en sturen die dan weer terug.
Een groot voordeel van een enquête is dat de mening van de interviewer niet de antwoorden van de geïnterviewde kan kleuren. Bij zowel het persoonlijk als bij het telefonisch interview is het de onderzoeker of interviewer die het antwoord van de respondent noteert. Weliswaar zal hij dat naar eer en geweten doen, maar het is nooit helemaal zeker of daarin een persoonlijke kleuring voorkomt. Bij persoonlijk en telefonisch interviewen zal de interviewer ook een bepaalde verwachting gaan ontwikkelen wat betreft het antwoord en soms is bijna op voorhand het antwoord al door de interviewer te geven. Bij een schriftelijk interview is dat niet mogelijk. Als de respondent twijfelt tussen twee alternatieven, wordt het antwoord bij schriftelijk enquêteren uitsluitend en alleen bepaald door de ondervraagde, er is geen beïnvloeding door de onderzoeker mogelijk. Alleen wanneer de respondent twee of meer alternatieven aankruist, terwijl hij maar één alternatief had mogen aankruisen, maakt hij twijfel duidelijk. Gewoonlijk zal de onderzoeker dit in zijn gegevensbestand opnemen als ˜geen duidelijk antwoord".
Een tweede belangrijk voordeel is dat de aangeschreven persoon de vragenlijst kan invullen op een tijdstip dat het hem uitkomt. Hij is niet afhankelijk van wanneer de interviewer kan.
Tenslotte moet er op gewezen worden dat aangeschreven personen die niet de taal machtig zijn, hulp kunnen krijgen van buren, vrienden en familie om de vragen te beantwoorden, iets wat bij de andere vormen van ondervragen niet mogelijk is.
Een nadeel van schriftelijk enquêteren is dat men de respons niet in de hand heeft. Als men een respons van 50% verwacht en het is slechts 10% dan is er iets mis gegaan. De respons kan men verhogen door een herinneringsbrief te sturen of de persoon telefonisch aan te sporen, maar tussentijdse beïnvloeding is haast niet mogelijk.
Een tweede nadeel is dat er haast geen controle mogelijk is op de eerlijkheid van de geënquêteerde. Het zou kunnen zijn dat personen geen interesse hebben voor eerlijke antwoorden. Dit is achteraf meestal nog uit de statistische analyses af te leiden (de respondenten die maar wat hebben ingevuld vertonen rare scorepatronen), of uit het vele commentaar dat de respondent bij de vragen heeft geschreven. Deze ingevulde vragenlijsten zijn achteraf om deze redenen nog wel te verwijderen, maar dit kan weer als willekeur van de onderzoeker worden opgevat.