In methodologische zin is genereren is een van de vijf vormen van meten (zie illustratie). Het betekent het optekenen van gegevens uit een fictieve empirie. Voordat men data kan genereren moet men eerst de empirie nabootsen. Dat doet men in een model. Door de parameters in het model te veranderen ontstaat een andere nagebootste empirie en worden er ook andere data gegenereerd.
Veel simulaties vinden plaats met behulp van een computer. De verzamelde gegevens worden dan ook rechtstreeks in het gegevensbestand genoteerd.
Ander simulaties zijn realistische nabootsingen van de empirie. Zo kan men een hele duinenrij op schaal nabouwen. In dat geval vindt de meting meestal plaats met meetinstrumenten die waarden oplevert die afgelezen moeten worden. Het blijven evenwel gegevens uit een fictieve empirie.