De range van bijvoorbeeld de getallenreeks 11, 12, 13, 13, 16, 18, 19, 20, 22 is 11. Dit wordt berekend als 22 - 11 = 11.
Als de range erg klein is, is er nauwelijks variatie. Is de range groot dan is er meer variatie mogelijk. Als men bijvoorbeeld naar de leeftijd van de respondent heeft gevraagd, en het resultaat is dat de jongste 16 en de oudste 18 is, dan is de range slechts twee jaar. Veel variatie kan er ook niet in zijn. Als daarentegen de jongste 18 en de oudste 88 is, is er een range van 70. Er is wel veel variatie mogelijk, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Theoretisch zou men ook allemaal 18 jarigen kunnen hebben en één 88 jarige.
Als er geen variatie is, dan zijn er ook geen statistische verbanden of verschillen. De range alleen zegt daar niet zo veel over. In de groep 16 tot 18 jarigen kan men de leeftijd noteren tot op de maand nauwkeurig. Er zijn dan (3 x 12 =) 36 uitkomsten mogelijk en dat is - methodologisch gezien - een redelijke variatie. Het is daarom verstandig om naast de range ook te letten op de spreiding (standaarddeviatie of variantie) van de variabele.